Nog tot Sinterklaasavond!
Er zijn vele varianten over het ontstaan van Sinterklaas, dit is uitleg nummer 1
Waar
komt Sinterklaas vandaan?
Volgens de overlevering was de heilige Nicolaas
afkomstig uit de landstreek Lycie in Klein-Azie, waar hij in de
tweede helft van de derde eeuw werd geboren. Nadat zijn oom, de
bisschop van het aldaar gelegen Myra, was gestorven, volgde
Nicolaas hem op. De populariteit van Nicolaas is te verklaren uit
een aantal door hem verrichte wonderen. Zo bestaat er de legende
van de drie verarmde zusters die geen bruidsschat bezaten om te
huwen en daarom besloten onkuis te leven. Om hen te helpen wierp
Nicolaas drie nachten achtereen drie met goudstukken gevulde
beurzen bij hen binnen. Mogelijk is hieruit de traditie van het
strooien te verklaren. Een andere populaire legende is die van de
drie jongelingen die door een herbergier waren geslacht en als
vlees voor de volgende dag waren ingepekeld in een houten kuip.
Toen Nicolaas toevallig voorbij kwam en de wrede plannen doorzag,
wekte hij de jongelingen weer tot leven. Deze voorstelling vinden
we terug op koekplanken, gildezilver, prenten en chocoladevormen.
Nicolaas van Myra overleeg op 6 december 342.
Zijn
populariteit verspreidde zich in Oost- maar ook in West-Europa.
In 1050 werd er een kapel in Nijmegen aan Nicolaas gewijd, als
eerste van de vele die zouden volgen. Als wonderdoener en
beschermer van mensen in nood werd hij dankzij pelgrims en de
kruistochten geliefd bij het gewone volk en met name als
beschermer van zeelui, kooplieden en voerlieden. Overigens
"goed-heilig-man" is een verbastering van "goed
huwelijks-man". Ook vrijers konden op Sinterklaas rekenen.
Sinterklaas als kindervriend
Sinterklaas is in het bijzonder bekend als kindervriend,
voortgekomen uit het samensmelten van twee middeleeuwse feesten.
Op 28 december was men gewoon het feest van de Onnozele kinderen
te vieren. In gezelschap van een kinderbisschop trokken kinderen
dan in optocht langs de huizen om overal wat aalmoezen te vangen.
Op 6 december gingen de scholieren eveneens de straat op in
gezelschap van een gekozen bisschop, vaak gemaskerd en verkleed
als duivels. Langzamerhand versmolten beide feesten tot een
viering op 6 december.
Met de komst
van de protestanten (vanaf laatste kwart 16e eeuw) verdween
Nicolaas uit de kerken. De vieringen binnenshuis gingen gewoon
door, hoewel stadsbesturen er niet erg gelukkig mee waren. In
1618 verbood het Tielse stadsbestuur het zetten van de schoen,
omdat dit toch maar tot nuttoeloze uitgaven leidde.
In de 19e eeuw kreeg het Sinterklaasfeest twee gezichten. Het
bleef een huiselijk feest, waarbij Sinterklaas weer "in het
echt" mocht verschijnen. Ook verschillende liedjes als
"Zie ginds komt de stoomboot" of "Hoor, wie klopt
daar kinderen" zijn toen ontstaan. Behalve in huis vierde
men Sinterklaas op straat. De potsierlijke duivelse begeleiders
van weleer vinden we terug in Zwarte Piet. Verder kende men in
sommige streden, speciaal Noord- en Oost Nederland, Twente en
Betuwe optochten met verkleedpartijen.
Wie
zoet is krijgt lekkers
Voor de bakkers was Sinterklaas een drukke tijd.
Allerlei typische lekkernijen dienden gemaakt te worden:
suikerbeesten, chocoladeletters, marsepein, pepernoten en
speculaas. Nog steeds vindt men dezelfde lekkernijen terug in de
winkels.
Sinterklaas
anno 1997
Tegenwoordig staat het Sinterklaasfeest onder druk.
Speciaal de concurrentie van het kerstfeest is groot.
Grootwinkelbedrijven richten al in oktober speciale kerstmarkten
in. Sinterklaas dreigt te bezwijken onder de last van de
commercie en de kerstman.
Laten we toch zuinig zijn op dit oer-oude Nederlandse feest. In
deze tijd worden toch al zo veel tradities overboord gezet.
Marsepein stamt uit de zeventiende eeuw. Sinterklaas was toen, behalve een gulle kindervriend ook 'huwelijksmakelaar'. De heilige Sint Nicolaas was de beschermheer van het huwelijk en het gezin. Rond 5 december konden jongens met een stuk marsepein een meisje hun liefde verklaren. Deze gewoonte van toen is vergelijkbaar met het sturen van een valentijnskaart nu. Soms werd er geen marsepein gebruikt, maar speculaas. Het stuk koek dat een meisje dan kreeg, heette een 'speculaasvrijer'. Soms werd een taaitaaipop gegeven, maar dat was als belediging bedoeld. Het strooien van perpernoten verwijst naar vroegere vruchtbaarheidsriten die in de sinterklaastijd werden opgevoerd. Het is te vergelijken met het gooien van confetti of rijst bij een bruiloft. Het idee dat Sinterklaas uit Spanje komt (en niet uit Turkije), heeft te maken met de handelsschepen die in de zestiende eeuw uit Spanje naar Nederland kwamen en allerlei kostbare geschenken en lekkernijen meebrachten.